10. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

 

Algemene beleidslijn

Op grond van artikel 20 lid 2 van het besluit begroting en verantwoording (BBV) dient in de toelichting op de begroting afzonderlijk aandacht te worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Het gaat hierbij om aanspraken op uitkeringen van huidige en voormalige bestuurders en medewerkers van de gemeente. In dit hoofdstuk bevat het overzicht daarvan voor het jaar 2017.

 

Wachtgelden, WW- en andere uitkeringen aan voormalige gemeenteambtenaren

Wachtgelduitkeringen
Dit zijn de wachtgeldverplichtingen voor medewerkers die voor 2003 ontslag hebben gekregen om redenen anders dan reorganisatie. Voor hun wachtgelduitkeringen is € 0,1 miljoen in de begroting 2017 opgenomen. De hiervoor noodzakelijke middeleninzet zal geleidelijk vervallen omdat de wachtgeldregeling voor ambtenaren is afgeschaft.

Werkloosheidswet
Sinds 2003 vallen gemeenten onder de Werkloosheidswet. Gemeenten zijn ‘eigen risicodrager’. De voor hen optredende financiële gevolgen zijn afhankelijk van de tijdsduur en het beroep dat op de regeling wordt gedaan. Op basis van lopende verplichtingen is in de begroting een budget geraamd van € 0,18 miljoen structureel.

Frictievoorziening
Voor dekking van de kosten van personele frictie die is ontstaan als gevolg van bezuinigingen en organisatieontwikkeling in de vorige bestuursperiode is een voorziening getroffen van € 6,0 miljoen. Eind 2016 was hiervan nog € 3,0 miljoen beschikbaar. Omvang van de personele frictie en de daaruit voortvloeiende verplichtingen worden permanent gemonitord. De voorziening wordt zo nodig op de lopende verplichtingen bijgesteld. De laatste aanvulling bedroeg € 0,7 miljoen en heeft in 2016 in het kader van de Voorjaarsnota 2016 plaatsgevonden.

Gemeentelijke FPU-plus
Op basis van cao-afspraken uit voorafgaande jaren bestond voor medewerkers onder voorwaarden recht op zgn. FPU-uitkering regeling. Inmiddels zijn regelingen komen te vervallen. Nog op grond van de oude regeling bestaande financiële verplichtingen zijn inmiddels volledig afgewikkeld.

 

Wachtgelden/pensioenen voormalige collegeleden

Voor voormalige leden van colleges van Burgemeester en Wethouders zijn de volgende rechtspositionele regelingen en financiële verplichtingen van belang.

Wachtgeldrechten en -uitkeringen voormalige collegeleden
In de begroting 2017 is het totaal van deze wachtgelduitkeringen geraamd op ruim € 0,5 miljoen. Als omvang en samenstelling van het bestand de komende jaren gelijk blijven, dalen de financiële verplichtingen geleidelijk.
De omvang van mogelijke nieuwe wachtgeldaanspraken is niet vooraf in te schatten. Tussentijds vertrek van collegeleden, verkiezingen en resultaten van collegevorming en –wisseling kunnen daarop van invloed zijn. Zo nodig worden de budgetten in de begroting aan de veranderde omstandigheden aangepast. Voor dekking van toekomstige verplichtingen in verband met overlijden is een overlijdensrisicoverzekering afgesloten.

Waardeoverdracht opgebouwde pensioenrechten
Wethouders kunnen de waarde van opgebouwde pensioenaanspraken overdragen. De omvang ervan is afhankelijk van de tijd dat zij wethouder zijn geweest. De mate waarin en het moment waarop van de mogelijkheid tot waardeoverdracht gebruik wordt gemaakt, zijn niet te plannen. De omvang van de lopende pensioenaanspraken inventariseren we jaarlijks. De actuele waarde van de pensioenrechten van de zittende en oud-wethouders bedraagt begin 2017 € 3,0 miljoen. Voor risicoafdekking hiervan is een voorziening beschikbaar.

 

Rechtspositionele regelingen gemeentelijk personeel

Invoering individueel keuzebudget (IKB)
In het cao-akkoord 2013-2015 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). Het IKB biedt medewerkers de mogelijkheid om zelf te bepalen op welke momenten en voor welke doelen ze hun ‘keuzebudget’ willen besteden en willen laten uitbetalen. Dat kan maandelijks maar ook op andere momenten in het begrotingsjaar. Dit maakt maatwerk op individuele basis mogelijk. Het IKB is een stap in de modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Het IKB gaat met ingang van 2017 van start.

Het IKB bedraagt voor de individuele medewerker 16,3% van het salaris. Het gaat hierbij om de optelsom van de vakantie-uitkering van 8%, de eindejaarsuitkering van 6%, de levensloopbijdrage van 1,5% en de inzet van bovenwettelijk verlof van 0,8%. Het IKB wordt gedurende het kalenderjaar maandelijks door de medewerkers opgebouwd. Keuzes kunnen alleen worden gemaakt tot het bedrag van de opgebouwde IKB-rechten. Het in de loop van het jaar nog niet uitgekeerde deel van het keuzebudget wordt uiterlijk in december van het betreffende jaar aan de betrokken medewerkers afgewikkeld. Anders dan in de ‘oude’ situatie is er dus geen sprake meer van de jaargrens overschrijdende verplichtingen.

Van de totale gemeentelijke loonsom van € 39,5 miljoen valt in 2017 in totaal € 5,5 miljoen onder de termen van het IKB en is opgebouwd uit de volgende onderdelen.

Vakantiegeld
Medewerkers bouwen in de loop van het jaar 8% vakantiegeld op. Deze lasten hiervoor worden jaarlijks in de begroting opgenomen. Van de loonsom bestaat € 2,7 miljoen uit vakantiegeld.
Het vakantiegeld dat in de periode juni tot en met december 2016 door het gemeentelijk personeel is opgebouwd wordt in de maand mei van het begrotingsjaar als vakantiegeld uitgekeerd. Hiervoor is in 2016 en voorziening van € 1,7 mln. getroffen.

Eindejaarsuitkering
De eindejaarsuitkering bedraagt op dit moment 6% van de loonsom. De totale ruimte die hiervoor in de begroting 2017 is opgenomen in inzetbaar is als keuzeruimte voor het IKB bedraagt € 2,1 miljoen.

Levensloopbijdrage
Sinds de versobering van de regelingen voor vervroegd uitdiensttreden, ontvangen medewerkers jaarlijks een financiële tegemoetkoming die zij kunnen inzetten om leeftijdsverlof op te bouwen. De regeling geldt voor het personeel dat geen rechten meer heeft op de oude FPU-regeling. De hoogte bedraagt 1,5 % van het brutoloon. De ruimte die voor in de begroting 2017 beschikbaar is bedraagt € 0,5 miljoen.

Bovenwettelijke verlof
De in het kader van het IKB beschikbaar komende keuzeruimte als gevolg van het inleveren van 2 bovenwettelijke verlofdagen bedraagt 0,8 % ofwel € 0,3 miljoen van de loonsom.

 

Overige personele faciliteiten

Tegemoetkoming aanvullende verzekering voormalig IZA-verzekerden
Gemeentelijk personeel dat voorheen voor ziektekosten bij het IZA was verzekerd heeft recht op een tegemoetkoming in de meerkosten van een aanvullende ziektekostenverzekering. De hoogte hiervan is afhankelijk van de inschaling van de medewerker. De tegemoetkoming wordt jaarlijks in december aan het personeel uitbetaald. Hiervoor is circa € 0,1 miljoen in de loonsom en de begroting opgenomen.

Persoonsgebonden budget
In het kader van de secundaire arbeidsvoorwaarde hebben medewerkers op dit moment recht op een zogenaamd persoonsgebonden budget (PGB). Besloten is om het PGB voorlopig nog geen onderdeel te laten uitmaken van het IKB. Het blijft daarnaast als bron voor medewerkers inzetbaar. Ter uitvoering van deze regeling is een budget is € 0,25 miljoen in de begroting beschikbaar.