08. Algemeen financieel beleid
Intro
Programmasamenvatting
We zijn over de helft van de bestuursperiode heen en hebben inmiddels een groot aantal van de beleidsdoelen en ambities uit het collegeprogramma ´Mijn Assen´ gerealiseerd. In de programmabegroting 2017 stellen we aan de orde of en waar we ons beleid verder willen intensiveren en ook met welke nieuwe ambities we daarnaast in 2017 en 2018 nog aan de slag willen.
Uitgangspunt daarin blijft dat de gemeentelijke financiële huishouding gezond en sluitend is. Daar zijn we, ondanks de financiële tegenvallers die we als gevolg van rijksbeleid hebben moeten incasseren, tot nu toe ook elk jaar in geslaagd. Dat is mede te danken aan de bezuinigingen en de financiële spelregels die we aan het begin van deze bestuursperiode hebben vastgesteld. We moeten ondanks de aantrekkende economie, financieel behoedzaam blijven manoeuvreren.
We hebben te maken met vernieuwde en aangescherpte begrotings- en verantwoordingsvoorschriften (BBV) en met op aandrang van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verscherpte accountantscontroles.
Toepassing ervan heeft invloed op de inrichting en uitkomsten van onze begrotings- en verantwoordingsdocumenten en op de inrichting, kwaliteit en borging van de interne administratieve processen. Een nieuwe uitdaging voor 2017 en 2018, die zonder twijfel extra druk op onze bedrijfsvoering zal gaan leggen.
Highlights
- Budgettaire ruimte voor nieuwe ambities.
- Sluitend blijvende gemeentebegroting 2017 en 2018.
- Verdere uitvoering van afgesproken bezuinigingen.
- Planning- en controlproducten zijn BBV- en accountant-proof.
Wat willen we bereiken
Algemeen financieel beleid
Financieel gezond en in evenwicht
We zorgen dat onze financiële positie gezond blijft, de gemeentelijke begroting duurzaam in evenwicht is en het gemeentelijk weerstandsvermogen op voldoende niveau is om met de beleidsuitvoering samenhangende financiële risico’s op te kunnen vangen.
We besteden de beschikbare middelen zorgvuldig, efficiënt, transparant en resultaatgericht. De besteding van de gemeentelijke middelen is rechtmatig.
We zetten in op haalbare en betaalbare ambities.
Reservepositie
De omvang van onze reserves is afgestemd op het doel waarvoor ze zijn ingesteld. De gemeentelijke bestemmingsreserves en het gemeentelijk weerstandsvermogen blijven op peil.
Betere sturing en verantwoording
Een compactere en begrijpelijker presentatie van de Programmabegroting, Voor- en Najaarsnota en het Jaarverslag vergroot de sturingsmogelijkheden van de raad. Het gaat daarbij om het beleid, de besteding van de middelen en de daarmee te bereiken maatschappelijke effecten.
Onvoorzien/incidenteel
Onvoorzien
Om ervoor te zorgen dat er financiële ruimte beschikbaar is voor dekking van lasten van niet in de begroting voorziene ontwikkelingen, bevat de programma- begroting een budget voor ‘onvoorziene uitgaven’.
Belastingheffing
We heffen gemeentelijke belastingen als algemeen dekkingsmiddel. Voor de heffingen en rechten (leges) geldt het uitgangspunt van kostendekkendheid. We beperken de gemeentelijke heffingen en rechten (leges) tot diensten die wij uitvoeren op grond van onze wettelijke taak.
Vennootschapsbelasting
Activiteiten die de gemeente als ondernemer verricht vallen vanaf 2016 in principe onder de heffing van de vennootschapsbelasting. Indien met de uitvoering van die activiteiten (fiscale) winst wordt behaald, is daarover vennootschapsbelasting verschuldigd.
Het maken van winst is in Assen geen op zichzelf staand beleidsdoel. Het maakt geen onderdeel uit van de maatschappelijke effecten die we met ons beleid willen bereiken. Het is, als daar onverhoopt wel sprake van zou zijn, slechts een bijkomend effect van het beleid.
Om die reden is er in principe dan ook niet of slechts marginaal sprake van belastingdruk uit hoofde van de vennootschapsbelasting.
Financiering/Belegging
Financiering
We financieren de gemeentelijke uitgaven efficiënt en risicomijdend. Wij doen dat binnen de wettelijke kaders en met inachtneming van het eigen ‘treasurystatuut´
Gemeentefonds
Financiële verhouding/Gemeentefonds
De uitkering uit het Gemeentefonds is algemeen dekkingsmiddel en bestemd voor gemeentebrede kostendekking.
Overige algemene middelen
We besteden de beschikbare (overige) algemene middelen zorgvuldig, efficiënt, transparant en resultaatgericht. De middelen zijn beschikbaar voor het dekken van kosten van de gemeente voor brede beleidsuitvoering.
Wat doen we daarvoor
Algemeen financieel beleid
Financieel gezond en in evenwicht
De begroting 2017 en de bijbehorende meerjarenramingen zijn, met inbegrip van de ruimte voor uitvoering van de ambities uit het collegeprogramma ‘Mijn Assen’, sluitend.
We geven in 2017 verder uitvoering aan het in de nota ´Minderen met Maat´ vastgestelde financiële beleid en maken daarbij gebruik van de afgesproken financiële spelregels. We blijven koersen op repressief financieel toezicht.
We geven met de daarvoor in de begroting beschikbare middelen van € 1,5 miljoen verder uitvoering aan de afgesproken beleidsintensiveringen. We maken extra incidentele en structurele ruimte vrij voor de ambities, die we daarnaast in 2017 en 2018 ook willen realiseren. We zetten daarvoor een deel van onze vrij besteedbare reserves in.
We geven in 2017 verder uitvoering aan de vastgestelde bezuinigingen uit de nota ‘Minderen met Maat’, monitoren de voortgang en rapporteren over knelpunten. We leggen, als dat voor een sluitende begroting nodig zou zijn, aanvullende bezuinigingsmaatregelen ter afweging en besluitvorming voor aan de raad.
We blijven de risico’s die de financiële positie in gevaar kunnen brengen monitoren, beoordelen de impact ervan en treffen, voor zover binnen onze mogelijkheden, maatregelen waarmee ze in control worden gebracht. Risico’s als gevolg van openeindregelingen, bekostigingsmodellen in het sociaal domein en ander rijksbeleid blijven hier in 2017 onderdeel van.
We houden in 2017 vast aan het vertrekpunt dat de beleidsuitvoering in het sociaal domein budgettair neutraal moet plaatsvinden; dat wil zeggen binnen de middelen die we hiervoor van het Rijk ontvangen. De reserve sociaal domein is in 2017 als vangnet beschikbaar.
We zorgen dat de gemeentelijke grondexploitatie in control is en financieel onafhankelijk en dit blijft. We hanteren reële waarderingsgrondslagen en zorgen voor adequate risicoafdekking. Voor de realisatie en bekostiging van de FlorijnAs-projecten hanteren we vergelijkbare spelregels.
We geven uitvoering aan de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften (BBV: Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) en voldoen aan de verscherpte controle-eisen van de accountant. Aanpassing van het renteomslagstelsel naar een niveau dat aansluit op de gewijzigde marktomstandigheden is daar onderdeel van.
Omdat we willen voldoen aan de stelselwijzigingen die vanaf 2017 als gevolg van het nieuwe BBV in werking treden werken we die in de Programmabegroting 2017 eerst op hoofdlijn uit.
Verdere verdieping en verfijning vindt plaats als voorbereiding op de Voorjaarsnota 2017. Daarin betrekken we ook de diepere liggende financiële vraagstukken die verband houden met het verplicht activeren van investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte.
Reservepositie
We zetten de algemene en bestemmingsreserves gericht en gedoseerd in voor de beleidsuitvoering en realisatie van nieuwe ambities.
De vanuit dat oogmerk in de begroting 2017 geraamde mutaties in de reserves zijn in overeenstemming met de daarover door de raad genomen besluiten. We bereiden een kadernotitie ‘reserves en voorzieningen’ voor, waarin bestemming en gebruik worden vastgelegd en in totaalverband door de raad worden herbevestigd.
We zien in deze bestuursperiode, behoudens een aantal uitzonderingen, af van het indexeren van de bestemmingsreserves. Hierover zijn in het kader van het financieel dekkingsplan 2014-2018 afspraken gemaakt.
De weerstandsreserves van de algemene dienst en het grondbedrijf zijn op peil; ze voldoen aan de daarvoor vastgestelde ondergrens. De reserve sociaal domein is beschikbaar als vangnet voor risico’s en nieuwe initiatieven in de beleidsuitvoering in dat domein.
We zorgen dat de frictievoorziening voor kostendekking van boventallig personeel op peil is en blijft. Als dat nodig is vullen we de voorziening daartoe in 2017 verder aan.
Als zich in 2017 tekorten dreigen voor te doen in de gemeentelijke bestemmingsreserves, stellen we plannen en/of ambities bij, of we zorgen voor aanvulling uit andere bronnen. De gemeentelijke voorzieningen zijn afgestemd op de daarop rustende verplichtingen.
Betere sturing en verantwoording
We blijven werken aan de kwaliteit van de gemeentelijke planning- en controldocumenten. Dit is een continu proces. Centraal daarin staan compacte en smart geformuleerde beleidsteksten rondom de 3W-vragen, gekoppeld aan daarvoor beschikbare budgetten met heldere toelichting. De drie W-vragen zijn: Wat willen we bereiken?, Wat doen we daarvoor? en Wat kost het?
Zo ontstaat een betere basis voor het gesprek tussen raad en college over het voorgenomen en het gerealiseerde beleid, de daarmee te bereiken en gerealiseerde maatschappelijke effecten en de daarvoor benodigde, respectievelijk ingezette middelen.
Gelijktijdig zorgen we dat het gemeentelijke planning- en control-instrumentarium, de daarbij behorende bestuurlijke kaderstellingen en onderliggende administratieve processen voldoen aan de eisen van de vernieuwde en aangescherpte wet- en regelgeving. Immers ook die hebben transparantie en verbeterde sturing voor en door de raad tot doel.
We gaan met de raad in gesprek over het in 2016 door de accountantscommissie uitgebrachte advies inzake de inrichting van de gemeentelijke planning- en controlcyclus.
Onvoorzien/incidenteel
Onvoorzien
Het budget voor onvoorziene uitgaven In de programmabegroting 2017 bedraagt € 356.000.
Daarnaast voorziet de begroting 2017 in een budget voor incidentele uitgaven. De omvang hiervan bedraagt € 603.000.
Beide budgetten kunnen in de loop van het begrotingsjaar door het college van burgemeester en wethouders worden ingezet voor beleidsuitvoering en kostendekking van activiteiten die op dat moment nog niet in de betrokken begrotingsprogramma zijn geraamd.
Als het college van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, stelt het de raad daarvan in kennis.
Belastingheffing
We geven verder uitvoering aan het voor de lopende bestuursperiode vastgestelde fiscale beleid. Dat houdt onder andere in dat:
- De tarieven en de raming van de opbrengsten van de onroerende zaakbelastingen 2017 worden gebaseerd op de Woz-waarden (Woz; waardering onroerende zaken) per 1 januari 2016.
- De tarieven voor de Ozb (Ozb: onroerendezaakbelasting) in 2017 de inflatie blijven volgen.
- We in 2017 uitvoering geven aan het door de raad aangenomen amendement betreffende de extra tariefverhoging van 1,5% uit de nota ´Minderen met Maat´.
- We de opbrengst van de Ozb in 2017 met inbegrip van deze aanpassingen ramen op een totaalbedrag van € 16,4 miljoen.
- We in de raming rekening houden met derving als gevolg van leegstand van winkelpanden en bedrijfsgebouwen. We onderzoeken hoe we dit effect kunnen beperken.
- We het tarief voor de toeristenbelasting voor 2017 vaststellen op € 1,20 per overnachting.
- De tarieven voor de precario in 2017 de inflatie volgen en dat we, wanneer dat met het oog op reële tariefstelling noodzakelijk is, zo nodig een inhaalslag uitvoeren.
- De tarieven van het rioolrecht en de afvalstoffenheffing in 2017 de kostenontwikkeling blijven volgen. Dat geldt waar mogelijk eveneens voor de tarieven van de overige gemeentelijke heffingen.
- We zetten de samenwerking op het gebied van de heffing en invordering van de belastingen met de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze in 2017 voort.
We volgen de kabinetsplannen om het gemeentelijk belastinggebied te verruimen aandachtig. Deze hebben nog een lange politieke en bestuurlijke weg te gaan voordat ze praktijk kunnen worden.
Overigens resulteert een verruiming van het belastinggebied, anders dan wellicht verwacht, niet als vanzelfsprekend in verruiming van de gemeentelijke middelen. Het kabinet zal de effecten die dit op de rijksbegroting heeft immers weer via het gemeentefonds vereffenen.
Vennootschapsbelasting
We voldoen in de beleidsuitvoering en in onze administratieve processen aan de vereisten, die de Wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht daaraan stelt.
We hebben op basis van de in de wet opgenomen criteria geïnventariseerd en vastgesteld welke ondernemersactiviteiten we als gemeente uitvoeren, en welke kosten en opbrengsten aan de uitvoering van die activiteiten zijn verbonden.
We zijn op basis van dat inzicht in staat vast te stellen of en zo ja, in hoeverre die activiteiten onder de heffing van de vennootschapsbelasting vallen en welke vennootschapsbelasting we op grond daarvan in 2017 mogelijk verschuldigd zijn.
We gaan er in de begroting als vertrekpunt vanuit dat we in 2017 geen vennootschapsbelasting aan het Rijk moeten afdragen.
Financiering/Belegging
Financiering
We zorgen voor inzicht in lopende en toekomstige geldstromen. Het beheer van de geldstromen is gericht op kostenefficiency. We beperken renterisico’s. We letten op de houdbaarheid van onze schuldpositie. We willen op langere termijn aan onze verplichtingen tot rente en aflossing voldoen.
We gaan door met het onderzoek naar mogelijkheden om onze schuldpositie en de rente- en aflossingsverplichtingen te verlichten.
De vertaling van het treasurybeleid in de gemeentebegroting blijft geënt op duurzaamheid en financiële stabiliteit.
Het interne rentebeleid en het daaraan gekoppelde rente-omslagstelsel zijn geactualiseerd en zowel aangepast aan de gewijzigde samenstelling van de schuldpositie, als aan gewijzigde omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkt.
Tevens hebben we hierbij, voor zover mogelijk, rekening gehouden met noodzakelijke aanpassingen als gevolg van de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften. Overigens worden de daarin voor wat betreft de rente opgenomen bepalingen formeel voor het eerst in 2018 van kracht.
Gemeentefonds
Financiële verhouding/Gemeentefonds
We zetten de algemene uitkering in zijn volle omvang in voor dekking van de kosten van het gemeentelijk beleid.
We hebben de uitkering voor het jaar 2017 op basis van de meicirculaire voorlopig bepaald op € 158,3 miljoen. De hierin begrepen integratie-uitkering sociaal domein bedraagt in totaal € 84,1 miljoen. Op basis van de rijksbegroting 2017 en de daarvan afgeleide septembercirculaire vindt zo nodig bijstelling van de raming plaats.
We hebben de tijdelijke compensatie die we in 2016 en 2017 van het Rijk ontvangen voor de verhoogde instroom van asielzoekers ingeschat op jaarlijks
€ 700.000. De compensatie vervalt vanaf 2018 weer.
De herijking van het gemeentefonds is, uitgezonderd het cluster VHROSV (VHROSV: Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke vernieuwing), afgerond. Besluitvorming over de herverdeling van dit laatste cluster is vertraagd. Als de herverdeling wordt geëffectueerd zoals door de onderzoekers beoogd zou dit voor Assen alsnog resulteren in een voordeel van € 4 per inwoner. Daarmee zou het totale nadelige effect van de herijkingsoperaties voor Assen teruglopen van € 72 naar € 68 per inwoner.
Het kabinet geeft gehoor aan de roep van de gemeenten om meer stabiliteit en continuïteit in de uitkeringen uit het gemeentefonds. Op basis van de verdeelmodellen vastgestelde uitkeringen (voor de uitvoering van Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet) worden niet tussentijds gewijzigd.
Positief voor Assen is dat het kabinet de verdeelmodellen nog op onderdelen heeft bijgeschaafd. Dat werkt met name voor het ‘beschermd wonen’ positief uit. Feit blijft, dat de Asser integratie-uitkering sociaal domein de komende jaren zal dalen.
Het gemeentefonds voorziet in overgangsmaatregelen die de financiële pijn voor de nadeelgemeenten tijdelijk moeten verzachten. Daardoor wordt de jaarlijkse schade tot maximaal € 15 per inwoner beperkt. Dit betekent voor Assen dat we ‘pas’ vanaf 2020 met dit maximale nadeel te maken krijgen. Tot die tijd ontvangen we op grond van de zogenaamde ’cumulatieregeling nadeelgemeenten’ een tegemoetkoming waarmee we de financiële pijn kunnen verzachten. Voor 2017 bedraagt deze circa € 2,5 miljoen.
Het kabinet houdt, ondanks protesten van de kant van de gemeenten, vast aan op het gemeentefonds opgelegde efficiencykorting voor schaalvergroting. Deze korting loopt gefaseerd op tot bijna € 1 miljard in 2025. Voor Assen betekent dit een structurele achteruitgang in de algemene uitkering die oploopt tot uiteindelijk
€ 3,5 tot € 4,0 miljoen. Tot 2019 wordt hiervan in totaal € 1 miljoen gedekt door bezuinigingen op de eigen bedrijfsvoering. Voor de resterende korting van € 3 miljoen structureel dient de komende jaren nog dekking te worden gevonden.
De economie is herstellende. Dat kan voor het kabinet aanleiding zijn voor bijsturing en het geven van nieuwe beleidsmatige en financiële impulsen. Het gemeentefonds zou daar via ‘de trap op, trap af’-systematiek van mee moeten profiteren.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een brede discussie gestart om de grondslagen van het gemeentefonds te herzien. We zullen daar, zo nodig via de geijkte kanalen, input voor leveren.
Overige algemene middelen
We geven mede met behulp van de in 2017 beschikbare overige algemene dekkingsmiddelen uitvoering aan het gemeentelijk beleid.
Indicatoren
Toelichting
We hebben kennis genomen van bovenstaande fiscale indicatoren; ze kunnen dienen als achtergrondinformatie bij de invulling van het eigen fiscale beleid.
Verdieping en links
Van Assen
buurtmonitor AssenRelevante derden
vngBeleidsdocumenten
Collegeprogramma 2014-2018 Mijn Assen
Jaarstukken 2015
Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Aanvullende bezuinigingen 2012-2015
Gemeentewet - Artikel 213a Verordening collegeonderzoeken
Minderen met maat
Notitie waarderings- en afschrijvingsbeleid
Verder bouwen, ambities en bezuinigingen 2014-2017
Besluit begroting en verantwoording (BBV);
Gemeenschappelijk financieel toezichtskader Kwestie van evenwicht