09. Gemeentelijke reservepositie

Algemene beleidslijnen

Om slagvaardig te kunnen opereren en genoeg middelen te hebben om als weerstandsvermogen in te zetten bij onverwachte financiële tegenvallers beschikken we over een gezonde en effectieve reservepositie.

Er vindt geen onnodige of ongelimiteerde vastlegging van gemeentelijke middelen in reserves plaats. Niet langer voor het oorspronkelijk doel benodigde reservemiddelen vloeien terug naar de algemene reserve. Uw raad kan deze vervolgens herbestemmen voor realisatie van andere bestuurlijke doelen.

De gemeentelijke reservepositie wordt periodiek doorgelicht op doelmatigheid en doeltreffendheid. Onnodige reserves en voorzieningen heffen we op.

 

Spelregels en werkafspraken

Uw raad besluit tot het instellen en/of opheffen van (bestemmings-)reserves.

Reserves worden alleen gevormd voor realisatie van vooraf vastgestelde beleidsdoelen en/of projecten.

Besteding van reservemiddelen gebeurt op basis van vooraf door uw raad vastgestelde beleidsregels.

Het besteden en voeden van reserves gebeurt via de begroting of aparte besluitvorming door uw raad.

Er zijn geen reserves van minder dan € 25.000.

Reserves zijn niet bestemd voor dekking van structurele lasten. De raad kan hiervan afwijken.

Het indexeren van reserves met een vast percentage per jaar kan alleen door dit in een dekkings-/amortisatieplan vast te leggen. Alle andere reserves worden niet geïndexeerd.

Bij de vorming van reserves worden afspraken gemaakt over de bestuurlijke en ambtelijke beheers- en budgetbevoegdheden.

Rapportage en verantwoording over besteding, resultaten en het beheer over de reserves vindt plaats via de Planning en Controlcyclus.

Tekorten in de gemeente brede exploitatie worden vereffend via de algemene reserve. Binnen de reserve wordt daarvoor een buffer van € 100 per inwoner als ondergrens aangehouden.

De algemene reserve is daarnaast, als andere middelen daartoe ontbreken, beschikbaar voor dekking van lasten van bestuurlijke beleidsprioriteiten.

Onder- en overbesteding in de jaarbudgetten voor jeugdhulp en Wmo worden in 2015-2017 via de ‘reserve sociaal domein’ vereffend.

De risico’s op de gemeentelijke grondexploitatie worden middels aparte voorzieningen en weerstandsvermogen afgedekt.

In 2016 wordt een beleidsnota reserves en voorzieningen aangeboden, waarin wordt ingegaan op de bevindingen uit de accountantscontrole op de jaarrekening 2015.

 

fin 19 reservesenvoorzieningen
 

Omvang en samenstelling reservepositie

Het overzicht hierna geeft op hoofdlijnen inzicht in de opbouw en samenstelling van de gemeentelijke reserves en voorzieningen. Het gaat om een prognose op 1 januari 2017.


fin 20 indeling reservesenvoorzieningen

 * Exclusief de zogenoemde transitoria