Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient de gemeentebegroting te voorzien in een overzicht van incidentele lasten en baten. Dit inzicht is noodzakelijk voor het financieel toezicht en de beoordeling van de soliditeit van de begroting door Gedeputeerde Staten. Uitgangspunt is dat de structurele lasten in de begroting gedekt dienen te worden door structurele baten.

Criteria

De begrotings-en verantwoordingsvoorschriften en de door de commissie BBV over dit onderwerp uitgebrachte ‘notitie incidentele en structurele lasten en baten’ voorzien niet in een eenduidige definitie van het begrip ´incidentele lasten en baten´. Om die reden hanteren we voor dit doel onderstaande criteria als basis van de in de begroting te presenteren inventarisatie:

• Lasten/baten die alleen in het jaar 2017, 2018, 2019 of 2020 voorkomen.
• Lasten/baten die zich maximaal gedurende drie jaar voordoen (2018-2020).
• Lasten/baten waarvan de eindigheid vastligt op basis van raadsbesluit en/of toekenningsbesluit, ook als de looptijd langer is dan drie jaar.
• Onttrekkingen en toevoegingen aan reserves met een looptijd korter dan drie jaar.

Omvang

Op basis van de criteria hiervoor kan in totaal € 6,6 miljoen van de in de begroting 2017 opgenomen budgetten als ‘incidenteel’ worden aangemerkt. Bij de baten gaat het om een totaalbedrag van € 5,5 miljoen. In 2018 beweegt de omvang van de incidentele middelen zich ook rondom dit niveau. Vanaf 2019 treedt een daling op. Dit heeft te maken met de afloop van de bestuursperiode en het vervallen van de middelen die in die periode voor uitvoering van het collegeprogramma Mijn Assen beschikbaar waren. Het totaalbeeld ziet er als volgt uit: