02. Wijziging besluit begroting en verantwoording (BBV)

In maart 2016 heeft het kabinet het vernieuwde BBV gepubliceerd. Basis daarvoor zijn de adviezen die de commissie Depla hierover in 2015 heeft uitgebracht.

Hoofddoelen van de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften zijn verdere versterking van de positie van de raad, meer transparantie en verbetering van onderlinge vergelijkbaarheid. Dit door uniformering van kostenbegrippen en kostentoerekeningen. Daarnaast speelt onmiskenbaar ook de bij het Rijk bestaande behoefte aan meer eenduidigheid en onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten op de achtergrond mee.

 

Hoofdpunten

Het voert te ver om in het kader van de begroting uitgebreid op inhoud en strekking van de nieuwe begrotings- en verantwoordingsregels in te gaan. Hieronder in het kort een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en vernieuwingen die op grond van aangepaste regelgeving aan de orde zijn.

  • Invoering van een uniforme indeling van de begroting/rekening taakvelden (als bijlage).
  • Uniforme basisset beleidsindicatoren en financiële kengetallen (bron ‘waarstaatjegemeente.nl’).
  • Verbetering van beleidsinformatie over verbonden partijen.
  • Uniformering en inzicht in gemeentelijke overhead.
  • Vernieuwing van de accountantscontrole.
  • Aanpassingen in het stelsel van baten en lasten zoals:
    Vereenvoudiging van het rentestelsel (vanaf 2018).
    Verplicht activeren van investeringen met maatschappelijk nut.
    Verbetering van het zicht in het Emu-saldo.
  • Transparante berekening kostendekkende tarieven.
  • Invoering van de VPB en aanscherping van regelgeving grondexploitatie.

Vrijwel gelijktijdig met de vaststelling van nieuwe begrotings-en verantwoordingvoorschriften heeft de commissie BBV, als leidraad voor de verdere uitwerking, over een aantal specifieke onderwerpen notities opgesteld en uitgebracht. Deze notities bevatten praktische handvaten en bestaan uit richtinggevende ‘adviezen’ en zogenaamde bindende ‘stellige uitspraken’. Hiermee kunnen of moeten gemeenten bij de uitwerking van de stelselwijzigingen rekening houden. De notities hebben betrekking op de gemeentelijke grondexploitatie, de rentemethodiek en het omslagstelsel en de gemeentelijke overhead. De in de notities opgenomen stellige uitspraken hebben een bindend karakter.

Direct met de ingang van de begroting 2017 moet het volgende worden geeffectueerd: De op grond van het nieuwe BBV en de notities van de commissie BBV noodzakelijke stelselwijzigingen en aanvullend in de begroting op te nemen stuurinformatie. Omdat de voorbereidingstijd voor gemeenschappelijke regelingen te krap was, is het startjaar voor deze organisaties vastgesteld op 2018.

Financiële stelselwijzigingen

Een aantal financiële stelselwijzigingen wordt doorgevoerd om de met de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften beoogde verbetering van stuurinformatie voor de raad tot stand te brengen. De belangrijkste daarvan zijn: De invoering (voorlopig nog als bijlage) van een uniforme set taakvelden met daaraan gekoppelde budgetten, vereenvoudiging van de rentesystematiek en het renteomslagstelsel, het verplicht activeren van investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte en het definiëren en standaardiseren van de gemeentelijke overhead.

De implementatie van het totale maatregelenpakket raakt niet alleen de opbouw en samenstelling van de programmabudgetten. Het heeft ook invloed op de tarieven van de gemeentelijke heffingen, en de samenstelling en versleuteling van de van de gemeentelijke overhead en werkt daarmee door in de uitkomst van de begroting als geheel. Inzet financieel is om de vereiste transformatie zoveel mogelijk budgettair neutraal te laten verlopen en niet wenselijke begrotingseffecten zoveel mogelijk te voorkomen. Deze zijn echter niet op voorhand uit te sluiten. Daarvoor zijn de wijzigingen te ingrijpend. Ingeval deze effecten zich voordoen zullen ze als onontkoombaar en in totaalverband moeten worden ingepast en van oplossingen voorzien.

Het implementatiejaar voor de invoering stelselwijzigingen is verschoven van 2017 naar 2018. Dit hangt samen met de door de commissie gepresenteerde ‘notitie rente 2017’ om de gemeenten meer tijd te geven de beleidsmatige en financiële impact ervan goed te doorgronden en te verwerken. De op de gemeentelijke grondexploitatie betrekking hebbende notities zijn reeds met ingang van 2016 in werking getreden. De gevolgen van die wijzigingen worden voor het eerst in de jaarrekening 2016 zichtbaar. Elders in dit hoofdstuk hebben we de gevolgen van die de stelselwijzigingen voor de Asser begroting en meerjarenprognose in kaart gebracht.

Omdat de voorbereidingstijd voor de uitwerking van de nieuwe regelgeving beperkt is, hebben we in de uitwerking van de verschillende stelselwijzigingen, vooreerst gekozen voor een pragmatische aanpak. Verdere verdieping en verfijning krijgen met ingang van de begroting 2018 hun beslag.